Vanwege mijn scriptie over vaginisme heb ik met meerdere vrouwen en meisjes gewerkt die last hebben (hadden) van vaginisme.
Je wilt wel gemeenschap hebben maar het lukt niet. Het lijkt of het niet past. Maar de vagina is voldoende elastisch. Eigenlijk is vaginisme ook geen goede term, het grootste probleem bij vaginisme ligt in het feit dat de bekkenbodemspieren te gespannen zijn.
In regressie stuitten we op vele oorzaken. Vast gezette eigen overtuigingen of die van een ander in de zin van; ‘dat past nooit’, ‘dit mag niet’ ‘mannen zijn niet te vertrouwen etc. ‘Voor het huwelijk mocht het niet en nu moet het’. Altijd alert moeten zijn vanwege onveilige situaties in je jeugd of in je huidige omgeving in de zin van verbaal geweld of fysiek geweld. Ongemerkt span je dan je bekkenbodemspieren aan. Door seksueel misbruik. Door relatie problemen. Oorspronkelijke lichamelijke problemen die pijn bij het vrijen hebben veroorzaakt en nu te gespannen bekkenbodemspieren hebben opgeleverd. Angst voor pijn. Angst voor controleverlies. Angst voor overgave.
Ook andere angsten kunnen voor komen. Dit is per persoon altijd verschillend. Door dit tijdens de sessie door te werken, eventueel her te beleven, energie op uit te wisselen en los te laten treedt er ontspanning op in de bekkenbodemspieren en in de vagina. Vaak zelfs in het hele gebied van buik tot bovenbenen. Je wordt weer meer een met je eigen lichaam.
Tijdens een sessie hoef je niet aangeraakt te worden!
Wat is vaginisme?
Er is sprake van een vaginistische reactie als bij pogingen om geslachtsgemeenschap te hebben de spieren rondom de vagina zich samenknijpen, zonder dat de vrouw dit zelf wil. Gemeenschap is hierdoor niet mogelijk of alleen met veel moeite en pijn (dyspareünie). Het spannen van de bekkenbodemspieren gebeurt soms al voor er iets (bv. penis, tampon of speculum) in de buurt van de vagina komt. Vrouwen die vaginistisch reageren denken vaak dat ze ‘te nauw’ zijn. Dit is echter bijna nooit het geval. Het nauwe gevoel wordt veroorzaakt door een verhoogde spanning van de bekkenbodemspieren.
Ook de opstellers van de DSM waren van mening dat het woord vaginisme het probleem niet juist aanduid. De nieuwe benaming van vaginisme in de nieuwe DSM-5 classificatie is ‘genitopelviene pijn’ of wel penetratiestoornissen. Hierdoor wordt er geen onderscheid meer gemaakt tussen vaginisme en dyspareunie. (Wat wel het geval was in de DSM-IV TR) Beiden vallen onder de nieuwe definitie.